Ondernemersavond ‘Beleving Werkt!’ in The Barn (2)

Woensdag 17/9 Van functieverlies naar kernversterking
Boots schetste hoe de voorbije decennia veel functies uit onze centra verdwenen zijn.
- Ziekenhuizen verhuisden naar de rand.
- Scholen en bioscopen vonden elders een plek.
- Ook ondernemingen trokken weg.
Dat leidde vaak tot leegstand en verminderde slagkracht van de kernen. Tegelijk is er de laatste 20 à 30 jaar gelukkig een tegenbeweging: gemeenten en steden zetten bewust in op kernversterking en multifunctionele centra. Binnensteden en dorpskernen krijgen opnieuw betekenis als plaatsen waar mensen niet enkel winkelen, maar ook samenleven, ontmoeten en beleven.
Wat is “beleving”?
Volgens Boots bestaat er geen eenduidige definitie van het begrip. Voor sommigen gaat beleving vooral over de publieke ruimte en de aantrekkelijkheid van straten, pleinen en parken. Voor anderen draait het om een altijd-aanbod: er moet elke dag iets te doen zijn voor verschillende doelgroepen. Journalisten en ondernemers zien beleving dan weer als hét wapen tegen e-commerce: fysieke winkels en horeca moeten inzetten op klantenbinding, service en persoonlijke aanpak.
Zelf formuleert Boots het als:
“Beleving is een minimum aan ruis en een maximum aan ervaring en comfort. In mensentaal: hou het simpel, logisch, helder, en kruid het bij waar het kan”
Belangrijke bouwstenen van beleving
1. Publieke ruimte
Een verzorgde, veilige en overzichtelijke publieke ruimte vormt de basis. Aantrekkelijke straten, groenvoorzieningen, verlichting en duidelijke verbindingen maken dat bezoekers langer blijven hangen en zich welkom voelen.
2. Economische functies
Hoe meer economische activiteiten zich in de kern concentreren, hoe sterker het centrum. Handel, horeca en toerisme vullen elkaar aan. Gemeentebesturen spelen hierin een rol door flexibel om te gaan met bestemmingswijzigingen en nieuwe functies vlot toe te laten.
3. Sociaal-culturele rol
Kernen zijn niet langer enkel winkelstraten, maar ook ontmoetingsplekken. Cultuur, evenementen en samenwerkingen met verenigingen versterken de sociale dynamiek en zorgen voor meer verbondenheid.
4. Horeca als draaischijf
Horeca speelt een sleutelrol in beleving. Het is de plek waar mensen elkaar ontmoeten, pauzeren en langer blijven hangen. Vaak is horeca de motor van sociale cohesie.
5. Identiteit en DNA
Elke gemeente moet zich afvragen: hoe willen wij gezien worden? Een duidelijke identiteit of herkenbaar DNA versterkt de fierheid van inwoners en trekt bezoekers aan.
6. Gezondheid en duurzaamheid
Beleving gaat ook over gezondheid en welzijn: meer groen, schaduw, rustplekken en gezonde lucht dragen bij tot leefkwaliteit. Duurzaamheid – minder autoverkeer in de kernen, meer ruimte voor fietsers en voetgangers – is hier onlosmakelijk mee verbonden. “Niemand verwacht meer dat de wagen ‘in de winkel’ moet worden geparkeerd, wel dat er voldoende parkeergelegenheid in de buurt is.”
7. Veiligheid en onderhoud
Sociale controle, goed onderhoud, nette verlichting en open installaties zijn noodzakelijk. Een centrum dat veilig en uitnodigend aanvoelt, houdt bezoekers vast. “Etalages zijn de visitekaartjes, dag en nacht!”
8. Toerisme en imago
Boots benadrukt dat hoe kleinschalig een gemeenschap ook mag zijn, als een gemeente meerdere ‘sfeergebieden’ heeft, en hij verwijst naar het centrum van Bocholt en de passantenhaven, dan moet je die op een aangename manier met mekaar verbinden.
Toerisme kan een extra troef zijn, maar Boots benadrukte dat 97% van de bestedingen in een kern komt van inwoners en omwonenden. Toerisme is dus de kers op de taart, niet de basis.
Urban vitality: levendige kernen
Een sterke kern moet op verschillende momenten van de dag functioneren: voor boodschappen, een cultureel bezoek, horeca, administratieve diensten of toeristische stops. Consumenten dragen, zoals Boots het beeldend zei, “25 petten tegelijk” en verwachten dat een kern op al die noden inspeelt. Maar: het bezoek aan een stadskern is niet altijd fun: wie naar de apotheker in het centrum moet om Dafalgan uit te halen, heeft een andere beleving dat wie er een terrasje wil gaan doen.
Conclusie
Jan Boots besloot met een duidelijke boodschap: “Beleving is geen luxe, maar een noodzaak. Het maakt kernen aantrekkelijk, versterkt de lokale economie, verhoogt het sociaal weefsel en draagt bij aan gezondheid en welzijn. Als overheid en ondernemers samen die beleving waarmaken, creëren we levendige, sterke en toekomstbestendige dorps- en stadskernen.”
Morgen brengen we verslag uit van het eerste panelgesprek van de belevingsavond, met Bob Martens (Brouwerij Martens), Erik van Gompel (vzw Mag het iets meer zijn!) en Lieve Theuwissen (schepen beleving Bocholt)
Marc Faes
Ondernemersavond ‘Beleving Werkt!’ in The Barn (1)

Dinsdag 16/9 Jan Boots stelde burgemeester Van Baelen alvast voor een grote uitdaging met zijn eerste vraag: “Burgemeester, definiëer 'beleving' eens in vijf woorden.” Uiteraard lukte dat niet:
“Het gaat om betrokkenheid, warmte, geborgenheid, dat mensen zich in de gemeenschap goed voelen. Maar een onderneming moet daar vaak een andere invulling aan geven dan een openbaar bestuur. In 2019 gaf Bocholt daarmee al de aanzet door een functie in het leven te roepen die men eigenlijk in Vlaanderen nog niet kende: een belevingsambtenaar. Want als we voor beleving willen zorgen, dan moeten we daar mensen voor hebben en de nodige fondsen daarvoor voorzien."
Hij benadrukte dat samenwerking tussen overheid, ondernemers en verenigingen de sleutel is: “Een levendig centrum maak je samen, met sterke buurten en lokale verenigingen als fundament.”
Jan’s vraag aan Ilse was iets simpeler: “Wat is het belangrijkste voor de ondernemer in Bocholt: beleving of bereikbaarheid?” Ilse ging absoluut voor “beleving”. “Beleving is niet alleen een modewoord,” klonk het. “Het gaat om sfeer, identiteit en emotie. Wie inzet op beleving, bouwt een band op met zijn klanten en ziet hen terugkomen. Bereikbaarheid is belangrijk, maar zonder beleving mis je de kern. Anderzijds: als je op de twee items kan werken, heb je een enorme economische hefboom.”
De volgende vraag voor de burgemeester was iets simpeler: “Straatanimatie of netheid”. Het antwoord kwam snel: “Netheid, want als we daar in slagen, komt die animatie vanzelf.”
Jan Boots nam daarna de aanwezigen mee in een verhaal over hoe beleving vandaag het verschil maakt in ondernemen, voor verenigingen, voor toeristen en lokale besturen. Daarna waren er nog twee panelgesprekken met ondernemers en verantwoordelijken van enkele verenigingen. Hier komen we de volgende dagen uitgebreider op terug. De avond werd afgesloten met een belevingsbeurs met diverse standhouders die inspirerende voorbeelden toonden. Het programma bood bovendien veel ruimte voor ontmoeting en netwerking.
Marc Faes