Nieuws Bocholt

Sint-Barbara en verticale nitratie

Sint-Barbara en verticale nitratie

Maandag 16/6 Op dit bord bij het standbeeld van Sint-Barbara, achter de kerk van Kaulille, staat de volgende tekst: 'Zij is de beschermheilige tegen arbeidsongevallen in gevaarlijke omgevingen en het symbool en de trots van het Kruitfabrieksdorp. Dit beeld werd met pracht en praal ingehuldigd op 20 juli 1946. Ze overkoepelde de werkplaats van de verticale nitratie op de kruitfabriek Coopaal gelegen op de Raekerheide in Kaulille'. Iemand een idee wat ze met 'verticale nitratie' bedoelen? Mail maar door naar info[!]internetgazet.eu

Eindelijk naar huis!

Eindelijk naar huis!

Zondag 15/6

Op een luchtfoto van Stalag VIII A is Baracke 17 te lokaliseren. Ze lag in het kampdeel dat voor gevangenen uit de Sovjetunie was ingepland. Maar eind 1940 waren die er nog niet. Pas op 5 januari 1941 zouden de eersten van hen aankomen. 

Zoals alle barakken voor huisvesting bestond Baracke 17 uit twee delen, een A- en een B-deel. Die waren van elkaar gescheiden door een noodkeuken en een ruimte voor een kattenwasje. In ieder deel konden 120 gevangenen worden gehuisvest. Slaapgelegenheid vonden zij in stapelbedden van drie etages. Die waren in blokken van vier geordend. Eenvoudige tafels en zitbanken vervolledigden de inrichting. Kasten waren er niet. Aan weerszijden van iedere barak — 12,50 bij 64 meter — lag een inkomsas met toilet. Bij meerdere barakken hoorde één ruimer sanitair gebouw. Daar konden de gevangenen zich uitgebreider wassen. Er stonden ook meerdere *Plumpklos* (een koddige Duitse klanknabootsing voor het soort wc’s) naast elkaar en zonder tussenwand opgesteld. 

Naast barakken voor de huisvesting waren er ook functionele barakken. Die dienden één bepaald doel. Eén daarvan is Henri Vanbussel bijzonder bijgebleven: de barak voor de katholieke misvieringen. Daar vierde hij met honderden krijgsgevangenen van meerdere nationaliteiten Kerstmis 1940. Henri aan zijn heeroom: “Zo maak ik dan ook een kerstfeest mee in een krijgsgevangenkamp, maar dit was schoner dan ik verwachtte. Gisterenavond werd hier door Franse priesters om half negen een mis voor Kerstmis opgedragen.” Eén moment uit die viering maakte een bijzondere indruk: het ‘Stille Nacht, Heilige Nacht’, in een proppensvolle kapelbarak gezongen door gevangenen van vele nationaliteiten, ieder in zijn taal.

Na Kerstmis moest Henri nog bijna veertien dagen op zijn *Entlassungsschein* uit Stalag VIII A wachten. Dat werd hem op 8 januari 1941 overhandigd. Henri Vanbussel: “Toen was het zover. We moesten weer de beestenwagons in. Het vroor dat het kraakte. Maar dat voelden we niet: het ging richting Kaulille. Na een hele tijd gereden te hebben, stopte de trein weer. Het was rond 9 uur. We stapten uit en stonden in… Hamont. Bijna onmiddellijk was er een grote toeloop. Iedereen wilde weten of er bekenden onder de gevangenen waren. Later reden we door naar Antwerpen. Daar kregen we de nodige papieren en toen konden we naar huis. In Lille konden we uitstappen. De brug over het kanaal was kapot, maar over het ijs konden we naar de overkant. Hoe dichter we bij huis kwamen, hoe nieuwsgieriger we werden. Vanuit Kaulille kwamen ze ons al tegemoet: het was lachen en wenen tegelijk. Daarna moest er uren verteld worden. Van de ergste miserie waren we na een aantal weken wel bekomen. Maar rustig leven konden we niet, want vele jonge mannen moesten naar Duitsland om er te gaan werken. Omdat ik niet van plan was op zo’n oproep in te gaan, besloot ik onder te duiken.” 

Jef Vanbussel 

Foto boven: luchtopname van Stalag VIII A met daarop aangekruist Baracke 17, bron: Wikipedia . 
Foto 1 beneden: Entlassungsschein; 
Foto 2: grondplan van een krijgsgevangenenbarak; 
Foto 3: rechts het gedeelte met banken, links de slaapruimte met de stapelbedden van drie etages; 
Foto 4 ‘Plumpklos’. Bron drie laatste foto’s: Hannelore Lauerwald: ‘Im fremden Lande, Kriegsgefangene im Stalag VIII A in Görlitz, 1939-1945,1996.

Raymond (72) bundelt Bocholtse limericks en foto’s

Raymond (72) bundelt Bocholtse limericks en foto’s

Zaterdag 14/6 Het huis van een sigarenfabrikant.
Door zusters ingenomen als pand.
Gaf men onderwijs.
Werden meisjes wijs.
Nu gerestaureerd met veel verstand.


Het is een van de door Raymond Van Gompel geschreven limericks uit zijn boek “Bocholter limericks”, die hoort bij een foto van een Bocholts gebouw waarachter dus een hele geschiedenis schuilt. ‘Dankzij de burgemeester kwam ik te weten dat dat gebouw niet enkel van een sigarenfabrikant was, maar dat het ook een nonnenklooster met een school geweest is. En dus schreef ik er een limerick over, zodat de mensen het verhaal achter het gebouw leren kennen. Zo deed ik dat ook voor andere gebouwen, zoals bijvoorbeeld de kazerne’, aldus Raymond. Maar de limericks gaan ook over de vliegtuigen, de stop van Lozen, de kristoffelbedevaart en de rally, maar ook de lokale bakker, bijvoorbeeld.

“Bocholter limericks” bundelt zelfgemaakte foto’s met bijbehorende eigen limericks. In totaal is hij er zo’n anderhalf jaar mee bezig geweest. Maar vijf jaar geleden ontstond het idee voor het boek al. ‘Mijn vrouw was pas gestorven toen ook nog eens de coronacrisis uitbrak. Ik viel in een zwart gat. Gaandeweg begon ik door mijn eigen foto’s te bladeren en kwam ik op het idee om over die foto’s limericks te schrijven.’ De foto’s zijn het resultaat van vele lange wandelingen in Bocholt met zijn vrouw. Maar Raymond is altijd al gepassioneerd geweest door fotografie. Hij volgde dan ook vijf jaar lang een opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten.

Schrijven daarentegen was niet iets wat hij al eerder gedaan had. ‘Schrijven was compleet nieuw voor mij. Ik ben een mekanieker en was altijd slecht in taal, maar toch zijn de limericks er gekomen.’ Hij kreeg hierbij ook hulp van zijn schoondochter, die hem steeds motiveerde iets te doen met zijn limericks en hen nalees op spelfoutjes. Limericks schrijven is dan ook niet simpel. ‘Er zijn heel wat regels aan verbonden’, zegt Raymond. ‘Het was soms echt puzzelen. Sommige limericks ontstonden heel vlot, over anderen heb ik veel langer moeten nadenken.’ Daarnaast is hij ook heel Bocholt rondgegaan om toestemming te vragen aan ondernemers en zaken die in het boekje vermeld worden. ‘Gelukkig reageerden ze allemaal enthousiast.’

Raymond Van Gompel woont al zo goed als heel zijn leven in Bocholt. Hij werd geboren in Kaulille, woonde daarna wel enkele jaren in Lommel, maar brengt zijn leven nu door in Lozen. Hij is ook een gekend figuur in de gemeente, als voorzitter van Okra Bocholt, bij de seniorenraad en als fotograaf van communicanten. Hij kent Bocholt door en door. ‘Maar door mijn boek ben ik Bocholt wel op een andere manier beginnen bekijken. Op het einde heb ik ook een tekstje geschreven over dat we het lang niet slecht hebben en we soms vergeten hoe mooi het hier is.’ “Bocholter limericks” is te koop in De Priool in Bocholt.

Op woensdag 18 juni om 19.00 uur is daar een openingsmoment, waarbij Raymond zijn boek zal voorstellen aan het publiek.


Delia Filippone 

Is het waar wat ik over Kaulille las?

Is het waar wat ik over Kaulille las?

Zaterdag 14/6 Dat ‘Kriegsgefangener 21267’ aan een krant geraakte? Dat kon wel, als de omstandigheden ernaar waren. Krijgsgevangenen op een *Arbeitskommando* leefden ook onder controle. Oudere militairen bewaakten hen. Er golden voorschriften voor brieven- en pakjespost, en die post werd gecensureerd. Krijgsgevangenen moesten op afstand van de woonst van de Duitsers gehuisvest zijn… Duitsers mochten geen maaltijden met hen nuttigen. Tussen beide partijen mochten enkel arbeidsgerelateerde contacten worden onderhouden…


Maar de contacten tussen Duitsers en Belgische krijgsgevangenen op een *Arbeitskommando* verliepen toch vaker wat minder strikt dan opgelegd, anders dan in de Stalags. Door het op kleinere schaal samenwerken kon een minder afstandelijke omgang ontstaan. Dat lijkt op de Gutshof van Hans-Christoph von Wietersheim-Kramsta ook zo te zijn gegaan. “In Schlanz zijn ze altijd goed voor ons geweest!” getuigde Henri meermaals. Dat minder afstandelijke valt ook uit bewaarde foto’s af te leiden. In zo’n sfeer en omgeving is het niet uitgesloten dat Belgische gevangenen toegang tot Duitse kranten werd geoorloofd.

“Ik heb in de gazet gelezen dat in Kaulille een vader met drie kinderen dood bleven. Is dat waar?” schreef Henri aan zijn moeder. Ten vroegste op 23 november kwam zijn brief in het ouderlijk huis op het Hostie aan. En al op 2 december – nog vóór moeders antwoord Schlanz kon bereiken – stuurde Henri al een kaart na. Mét zijn antwoord op zijn eerdere vraag: “Beminde familie, (…) Ook heb ik dan het ongeval van Jef Croonen vernomen, hetgeen me een paar dagen erg op de maag heeft gelegen.”

Dat het gebeuren waarover de krant berichtte inderdaad had plaatsgevonden, vernam hij van medegevangenen. Die waren via hun post daarvan op de hoogte gesteld. Op 1 oktober 1940 verloren in Kaulille inderdaad vier leden van het gezin Croonen-Hollanders het leven: vader Jef en drie kinderen. Oorzaak: fout gedropte bommen. Die waren voor een eind verderop bedoeld – voor de buskruitfabriek Cooppal.

Ver van huis had Henri alle reden om over het bevestigde te prakkezeren. Hij kende de slachtoffers. Hij kwam bij hen over de vloer. Zij woonden op een steenworp van zijn grootouders, Theodoor Bloemen en Elisabeth Geuns. En daar hadden Henri’s moeder en zijn broers en zussen een onderkomen gekregen. Op die eerste oktoberavond had het ook voor hen zwaar fout kunnen aflopen.

En toch had ‘hieërnoonk’ één maand na de tragedie aan Henri geschreven: “Alles heel goed te Kaulille, Raak en Hostie!” Het hele plaatje was dat niet! Leugentje om bestwil? Uiteraard. Henri mocht zich zo min mogelijk ‘bekommeren’. Dat pakte anders uit.

Jef Vanbussel


Foto hierboven: het huis van Theodoor Bloemen en Elisabeth Geuns. De huizen Croonen-Hollanders en Bloemen-Geuns lagen dicht bij elkaar. 
Bronnen bombardement 1 oktober 1940 + plan: Thieu Vander Sanden: Het bombardement van 1 oktober 1940,in: De Klaveren Heer, juni 1992; Thieu Vander Sanden: Ook Kaulille kreeg klappen. De slachtoffers van Kaulille tijdens de Tweede Wereldoorlog, Heemkundekring Kaulille, januari 2025

Nieuwe collega's leggen eed af bij burgemeester

Nieuwe collega's leggen eed af bij burgemeester

Vrijdag 13/6 De afgelopen weken mocht het gemeentebestuur van Bocholt enkele nieuwe medewerkers verwelkomen. Intussen legden zij officieel de eed af in handen van burgemeester Stijn Van Baelen. Tijdens de plechtigheid heette de burgemeester hen van harte welkom en benadrukte hij het belang van hun rol binnen de Bocholter samenleving. “Elke functie, groot of klein, draagt bij aan een goede dienstverlening voor onze inwoners,” klonk het. Nadien beloofden de nieuwe collega’s elk trouw te zijn aan hun ambt. (Gemeente Bocholt)

Trajectcontrole op Breeërweg voor veiliger verkeer

Trajectcontrole op Breeërweg voor veiliger verkeer

Donderdag 12/6 Uit recente snelheidsmetingen blijkt dat maar liefst 45 procent van de bestuurders sneller dan 60 km/u rijdt, terwijl de toegelaten snelheid 50 km/u is. “Dat vormt een ernstig risico, zeker voor de vele kwetsbare weggebruikers,” aldus burgemeester Stijn Van Baelen.


De trajectcontrole wordt geplaatst tussen de grens met Bree en de Reppelerbeek. In tegenstelling tot een gewone flitspaal meet dit systeem de gemiddelde snelheid over een langere afstand. Dat moet zorgen voor een rustiger verkeersbeeld en het typische ‘even remmen en weer optrekken’ vermijden.

De burgemeester is duidelijk: “Als lokaal bestuur nemen we verkeersveiligheid zeer ernstig. De cijfers op de Breeërweg spreken voor zich. Met deze trajectcontrole willen we de snelheid blijvend naar beneden krijgen en zo een veilige schoolroute garanderen voor onze kinderen.”

De gemeente verwacht dat de maatregel, net als in andere gemeenten, zal leiden tot een sterke daling van het aantal snelheidsovertredingen en verkeersongevallen.

(Gemeente Bocholt)