Nieuws Hamont-Achel

Hulpvragen 

Tijdens het JAC Helpspel kregen de leerlingen de kans om via doe-opdrachten, stellingen en ‘wie helpt mij?’-vragen meer te weten te komen over de diverse hulpverleningsdiensten. Medewerkers van de deelnemende organisaties waren aanwezig om uitleg te geven, vragen te beantwoorden en de leerlingen te ondersteunen bij het vinden van antwoorden op hun hulpvragen.

Dit jaarlijkse initiatief heeft als doel jongeren op een toegankelijke manier bewust te maken van de steun die beschikbaar is in hun omgeving. Het project is niet alleen een waardevol leermoment voor de leerlingen, maar ook een kans om de samenwerking tussen lokale hulpverleningsdiensten te versterken en de drempel naar hulpverlening te verlagen. 

De volgende diensten waren vertegenwoordigd tijdens het JAC Helpspel: het JAC (Jongerenonthaal CAW Limburg), het CLB (Centrum voor Leerlingenbegeleiding), de gemeentelijke jeugddienst van Pelt, de jongerennetwerker van Hamont-Achel, Arktos/Overkop, de politie, de sociale dienst, de VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding), Intregra, Straathoekwerk (LiSS), GTB (Gespecialiseerde Trajectbegeleiding) en Child Focus.

Het succes van het JAC Helpspel is mede te danken aan de continue inzet van de betrokken lokale besturen, scholen en partners. De gemeente Pelt en stad Hamont-Achel zetten zich jaarlijks in om dit project te ondersteunen, met als doel het welzijn van jongeren in de regio te bevorderen en hen de tools te geven die ze nodig hebben om op tijd hulp te zoeken.

 

Bij elke laadpaal zijn twee parkeervakken gereserveerd voor elektrische voertuigen. Het is belangrijk om deze plaatsen vrij te houden voor elektrisch laden. Wie hier parkeert met een niet-elektrisch voertuig, riskeert een boete. Is je voertuig volledig opgeladen? Verplaats het dan zodat iedereen optimaal gebruik kan maken van de laadinfrastructuur. 

Om te weten waar de laadpalen zich bevinden, kun je terecht op www.chargefinder.com. Daar vind je een overzicht van alle publieke en private oplaadpunten in de stad. Hieronder vind je een lijst van de locaties van de laadpalen die recent geplaatst zijn of nog worden geplaatst: 

- Bevrijdingsstraat 23 (parking KFC) - 1x 

- De Kempkens 52 (Bij De Wiek) - 1x

- Houtakker 16 (achterkant PC de Burg) - 1x 

- Kerkstraat 1 (achter de kerk) - 2x 

- Kleuterstraat 9 - 1x 

- Leeuwerikstraat 9 - 1x 

- ‘t Lo 15 - 1x 

- Stad 36 - 1x 

- Stad 48 - 1x 

- Sleutjes 27 (bij parking tennis) - 1x 

- Molenwiekstraat 13 - 2x 

- Middenweg 5 - 1x 

- Beverbekerdijk 50 (Parking bij De bever) - 1x 

- Michielsplein 5 - 2x 

- Michielsplein 1 - 1x 

- Siggerstraat 19 (nog niet geplaatst) - 1x 

- Sint Odilialaan 58 - 1x

Als twintigjarige is hij, koopman van beroep, op 16 november 1914 in Stuttgart voor het 119-de Ersatzregiment gerecruteerd. Aan het front in Frankrijk en Vlaanderen overleeft hij vier oorlogsjaren. Maar op 4 november 1918 raakt hij nabij het Franse Maroilles (zo’n 40 km onder Bergen) alsnog aan zijn linkerhand en zijn rechterbeen gewond. Een ambulancetrein brengt hem met vele honderden andere gewonden naar de Heimat. Maar verder dan Hamont raakt die trein niet . Op de achttiende november omstreeks elf uur in de avond exploderen op het gigantische rangeerstation van het grensplaatsje een aantal munitiewagons. Ook in de ambulancetrein waarin Färber zich bevindt, is de ellende niet te overzien. 

Met een dertigtal andere gewonde Duitsers wordt Ludwig Färber op negentien november ter verzorging naar het Ursulinenklooster in Weert gebracht. Ondanks de goede zorgen van de zusters kunnen zijn bloedingen niet gestelpt worden. Ludwig Färber overlijdt aan zijn verwondingen. 

Joseph Gerl (foto onder) uit het Beierse Reichsdorf ( 80 km ten oosten van Regensburg ) viert in september 1918 zijn 21-ste verjaardag ergens in de streek rond Roeselare / Meulebeke. Het 11. Bayerische Infanterieregiment , waar Gerl deel van uitmaakt , is daar na gevechten in Noord-Frankrijk een drietal weken met deugddoende rust. Vanaf de 28-ste september raakt Gerls regiment betrokken in achterhoedegevechten van het zich terugtrekkende Duitse leger. Bij één van die schermutselingen aan de Schelde rond Gent-Merelbeke raakt Joseph Gerl op 10 november, één dag vóór Wapenstilstand, een arm en een been kwijt. Acht dagen later treft het noodlot hem opnieuw. Bij de treinexplosie in Hamont raakt hij zwaar gewond aan beide ogen. Ook hij wordt ter verzorging naar het Ursulinenklooster van Weert gebracht. Daar overlijdt hij op 23 november. 

Aanvankelijk worden Ludwig Färber , Joseph Gerl en nog vijf andere slachtoffers van de Hamonter ramp op het kerkhof aan de Molenpoort in Weert in individuele graven ter aarde besteld. Maar in 1937 worden ze op initiatief van de Duitse regering gezamenlijk herbegraven in de sarcofaagachtige tombe, die nu nog op het kerkhof aan de Molenpoort staat. Bij de inhuldiging van dat graf zijn een 300-tal Duitsers aanwezig, sommigen van hen met kransen, anderen met hakenkruisvlaggen. Bijna twee decennia na hun dood worden de in Weert begraven slachtoffers van de Hamonter treinramp alsnog propagandistisch ‘voor de nazi-kar gespannen’.